Plaats muis hier even voor:                                                            Hatzlelponi, de moeder van Simson                                                                              Voorlezen   

Iedereen kent haar wel. Nee, niet van naam. Wel van zijn. Hatzlelponi, de vrouw van Manoach en moeder van Simson1 Hatzlelponi (of  Hasselelponi2) was niet haar ‘doopnaam’, zij was bedacht door de vrouwen in Sora. Een typisch Judese naam3. Geen wonder, want in Sora woonden nog altijd de Judeeërs4.

Eigenlijk moesten de Danieten daar wonen5. Maar die woonden, zoals Manoach6 en Hatzlelponi, nog altijd in tenten in de buurt7. Hatzlelponi, de vrouw die twee keer een engel had gezien8. Dat was toen zij ruim tien jaar met Manoach getrouwd was9. Kinderen hadden ze al die jaren niet ontvangen. Hoe indringend en vaak ze daarom samen ook gebeden hadden.

Helaas. De laatste jaren was hun gebed wat verstomd. Hun gesprek over kinderen ook. Vooral toen zij Manoach eens terloops gevraagd had of mannen ook onvruchtbaar kunnen zijn. Toen was haar Manoach ineens geen Manoach meer, geen plaats van rust. Zìj was dus onvruchtbaar10. En toch bleef zij hopen. Iedere maand weer. Sara , Rachel en Rebekka waren immers ook onvruchtbaar en kregen uiteindelijk toch kinderen11, Rebekka zelfs een tweeling12!

Op een dag toen Manoach al vroeg naar het land was gegaan, stond er opeens een man in de opening van haar tent. Een grote, indrukwekkende man13. Het leek wel een engel14. Vreemd genoeg schrok ze niet en was ze niet bang. Maar haar hart sloeg wel een paar keer over toen de man zij dat ze zwanger zou worden15. Zij zwanger! Daarom mocht ze geen wijn drinken en niets onreins eten16. Dat was voor haar niet iets bijzonders. Wijn drink je niet als je zwanger bent17 en onrein eten was bij wet verboden18. Dat ze het kind het haar niet mocht knippen was wel bijzonder19.

Maar dat was het kind ook: aan God gewijd om het volk te verlossen20. Wat zou Manoach blij zijn. Of niet? In plaats dat hij God dankte voor de aanstaande zwangerschap, bad hij of de man nog eens mocht komen21. Was dat om de zorg voor het kind? Twijfelde hij? Aan haar? Hij bleef nadien wel opvallend vaak thuis en liet haar het werk op het land doen.

Op een dag verscheen de man weer. En opnieuw toen zij alleen was. Maar nu op het land22. Toch niet weer hè. Zo snel ze kon en durfde ging ze naar Manoach. “Hij is er weer”, riep ze al van ver23. Gebedsverhoring, eindelijk! Nog harder dan zij rende hij naar het land24.

Maar Manoach kreeg geen antwoord op zijn vragen. Of toch wel. Ze moesten precies doen wat Hatzlelponi  al eerder had gehoord25.  Wie de man was kreeg hij niet te horen26. Een godsman27, dat bleek wel toen hij in de rook en warmte van het offer verdween28. Wat een wonder.

En wat een wonder is Gods weg van verlossing.

Vrouwen raken in verwachting als ze dat zelf niet29, niet meer30 of nog niet verwachten31.

Een man komt er zelfs niet aan te pas32.


1Ofschoon de Bijbel de naam van de moeder van Simson niet noemt is de Joodse overlevering het unaniem eens over haar naam Hatzlelponi. Ook wel geschreven als Zlelponi of Zlelponith ( zie o.m. www.jwa.org met zoekterm Manoach).

Zie 1 Kronieken 4,3 in de NBV, NBG-51 en GNB. In de SV wordt de naam vertaald als Hatzlelponi.

De naam Hatzlelponi (Hasselelponi) wordt in 1 Kronieken 4 genoemd in het geslachtsregister van Juda.

Bij de eerste verdeling van het land Kanaän werd het gebied rond Sora toegewezen aan de stam van Juda (Jozua 15 vers 21 en 33).

Bij de definitieve verdeling van het land werd Sora toegewezen aan de Danieten (Jozua 19,41). Maar voordat zij zich daar konden vestigen werden zij door de Amorieten de bergen in gejaagd (Rechters 1,34). In de NBV wordt dat in Jozua 19,47a omschreven als ‘verloren zij het gebied’. Na de tijd van Simson zijn de Danieten op zoek gegaan naar een eigen grondgebied en hebben dat ‘gevonden’ in Lachis (Lesem Rechters 18,27 ev.), in het noorden van het land (Jozua 19,47). 

6 Rechters 13,2a

Rechters 13, 25 en Rechters 18,11a.

8 Volgens Mordechai Torczyner (op http://ohave.tripod.com/chumash/samson.htm) is tzel de uitdrukking die in de Torah wordt gebruikt voor de engelen die bij Lot kwamen (Gen 19). Het voorvoegsel Ha duidt op twee keer en poni  op ‘zich wenden of zien’.

9 De Bijbel vertelt niet hoe lang Manoach en Hatzlelponi getrouwd waren voordat zij in verwachting raakte. Doorgaans zijn mensen al heel lang getrouwd voordat men concludeert dat één van beiden onvruchtbaar is.

10 Rechters 13,3b

11 Sarai was onvruchtbaar (Gen 11,30) en schonk op hoge leeftijd Isaäk het leven (Gen 21,2). Rachel bleef lange tijd kinderloos (Gen 29,31a), maar God verhoorde haar gebed (Gen 29,22) waarna zij zwanger werd en Jozef ter wereld bracht (Gen 29,23-24).

12 Rebekka was eveneens onvruchtbaar maar nadat Isaäk vurig gebeden had om een kind raakte ze in verwachting van de tweeling Esau en Jakob (Gen 25,21-22).

13 Rechters 13,6a

14 Rechters 13,3a

15 Rechters 13,3b

16 Rechters 13,4

17  Uit recent Canadees onderzoek is gebleken dat de consumptie van één glas wijn door een zwangere vrouw volstaat om de hersenen van haar ongeboren kind te beschadigen.

18 Leviticus 19

19 Rechters 13,5b

20 Rechters 13,5c

21Rechters 13,8

22 Rechters 13,9

23 Rechters 13,10

24 Rechters 13,11

25 Rechters 13,13-14

26 Rechters 13,17-18

27 Rechters 13,21b-22

28 Rechters 13,19b-20

29 Hatzlelponi had stellig niet meer verwacht in verwachting te raken. Zij was onvruchtbaar (Rechters 13,2b), wat bevestigd werd door de engel : ‘Tot nu toe was u onvruchtbaar’ (Rechters 13,3b).

30 Lucas 1,37: Elisabeth van Zacharia was ook onvruchtbaar (Lucas 1,7), maar zou toch een kind baren ondanks haar hoge leeftijd (Lucas 1,13).

31Maria had geen gemeenschap met een man gehad en werd toch zwanger (Lucas 1,34).

32 Lucas 1,35